Duitse belastingen lijken op de Nederlandse belastingen. Of andersom. Maar soms is het lastig de appel en de peer te vergelijken, al is het beide fruit. Zo ook bij het belasten van het privé gebruik van de door de werkgever ter beschikking gestelde auto. In Nederland hebben wij het steeds ingewikkelder gemaakt door de bijtelling van 0% tot 25% te laten variëren. In Duitsland werkt het weer anders. In principe wordt er per maand 1% van de “Listenpreis” als loon bijgeteld. Vervolgens wordt per maand de afstand van woning naar het werk maal 0,03% van de “Listenpreis” bijgeteld en tenslotte …mag 30 eurocent per kilometer reisafstand weer als kosten in aanmerking worden genomen.
O ja, alternatief kan er ook een “Fahrtenbuch” worden bijgehouden. Aan de hand daarvan mogen de echter kosten tussen privé en zakelijk worden verdeeld. De Duitsers zijn overigens bijzonder streng bij de eisen aan een dergelijke registratie.
Algemeen wordt aangenomen dat een Duitse auto goedkoper uitkomt. Bij lagere bijtellingen in Nederland en hogere “Listenpreise” in Duitsland hoeft dat niet altijd zo te zijn. Kortom… een spreadsheet biedt uitkomst.
Een recente uitspraak in Duitsland (BFH, Urteil v. 15.5.2013 – VI R 44/11; gepubliceerd op 21.8.2013) geeft aan dat als de werkgever een chauffeur voor de ritten woon-werk ter beschikking stelt, dit ook een te belasten voordeel is. Het maakt niet uit of er tijdens deze rit al wordt gewerkt. Het Hof week hiermee nadrukkelijk af van een eerdere uitspraak. Alleen bij een echt bijzonder zakelijk belang (veiligheid?) kan hierop een uitzondering gemaakt worden.
In Nederland zijn we (nog) niet zo ver. Een auto met chauffeur leidt tot een bijtelling voor de auto, niet tot een bijtelling voor het “gebruik” van de chauffeur.
Waarom eigenlijk niet?